Viola Rondeboom
Ik woon met mijn man en twee kinderen in de Zandhofsestraat, vlakbij het pleintje op de Bollenhofsestraat. In coronatijd zijn we na jaren in het buitenland te hebben gewoond en gewerkt, teruggekomen naar Utrecht. Mijn man en dochter zijn hier geboren, ikzelf kom uit Gelderland en heb hier gestudeerd, ons zoontje is Canadees!
Sinds de geboorte van de oudste en onze emigratie kort daarna, ben ik bewust "thuisblijfouder". Daarvoor werkte ik als webredacteur bij IDFA. In Londen heb ik veel vrijwilligerswerk gedaan voor een lobby-organisatie die zich inzette voor leefbare, autoluwe wijken en veilige infrastructuur voor voetgangers en fietsers. Mijn hobbies zijn: wandelen, lezen, voorlezen, steden bezoeken, en ik rommel graag aan in de tuin.
Het is hier heerlijk wonen. De kinderen kunnen naar school lopen, op het pleintje om de hoek spelen, en mijn schoonfamilie woont een paar straten verder. We wonen in een heel rustig en toch levendig stukje van de Zandhofsestraat met een actieve feestcommissie die ieder jaar een straatfeest organiseert, en een appgroep waarin van alles gedeeld wordt. In december maken we kerststukjes en als er gevoetbald wordt hangt de straat vol oranje vlaggetjes.
Minder auto’s, meer natuur en bredere stoepen in Wittevrouwen
We zijn hier komen wonen omdat we onze kinderen meer vrijheid wilden geven: de vrijheid om buiten veilig te gaan en staan waar ze willen. Het dagelijks leven in Utrecht vinden we, zeker met een gezin, fijner dan de Londense voorstad waar we 7 jaar lang woonden. Hier kun je bijvoorbeeld veilig fietsen en wordt autoverkeer beter ingetoomd. Nederland loopt voorop als het gaat om autoluwe steden, gezonde (leef)straten en het prioriteren van duurzame mobiliteit. In Londen waren voorzieningen weliswaar in theorie ook op fietsafstand, maar was de infrastructuur daar nog niet op ingericht. Op straat domineerde de auto, fietsen was levensgevaarlijk en wandelen onplezierig. Omdat we geen auto hadden, moesten we ons soms in meer bochten wringen om ergens te komen. Kinderen daar bleven ook veel meer binnen, en ergens spelen kon alleen op afspraak.
Nu wonen we in de meest fietsvriendelijke stad van de wereld, met het grootste treinstation van Nederland, in een wijk die op 15 minuten wandelen van het centrum ligt, en een ‘eigen’ winkelstraat heeft op 5 minuten lopen. Utrecht en Wittevrouwen zijn daarmee eigenlijk het schoolvoorbeeld van de ‘15-minutenstad’: een stad of buurt waarin de meeste dagelijkse benodigdheden op loop- of fietsafstand liggen. Toch is het autobezit in Wittevrouwen relatief hoog: 64% van de huishoudens heeft een of meer auto’s. Dat is iets lager dan het Nederlands gemiddelde (74%) maar behoorlijk wat hoger dan de 46% in de Londense wijk waar we vandaan komen (en in centraal Londen lag dit percentage nòg lager). "We rijden minder auto, maar hebben meer auto!", zoals Jesse Frederik schreef*. En dus staan veel mooie, smalle, oude straten vaak volgeparkeerd met rijen auto’s, soms zelfs aan beide zijden en over de stoep. Dat vind ik zonde van de ruimte, zeker als je bedenkt dat de meeste auto’s 95% van de tijd stilstaan en Wittevrouwen naar verhouding al weinig groen en ruimte heeft.
Ik zou het geweldig vinden als we meer ruimte voor groen èn mensen konden creëren door parkeerplaatsen om te toveren, ook met het oog op het klimaat. Tegels eruit, planten erin. Bijvoorbeeld eetbaar groen zoals in de eerste 'eetbare woonwijk' Rijnvliet. Maar ook waar nodig bredere stoepen, meer ruimte voor wandelaars en bewoners. Een paar publieke picknicktafels, schaaktafels, en (levende) kerstbomen lijken me ook wel wat!
In Wittevrouwen is er dit jaar ruimte om 14 parkeerplaatsen een andere bestemming te geven. Ik ben erg benieuwd naar hoe het elders is gelukt om dit te doen, hoe anderen bijvoorbeeld de straat hebben meegekregen. Ik zou graag in contact komen met mensen en initiatieven die hiermee aan de slag zijn of willen, en die samen op willen trekken in het omtoveren van parkeerplaatsen in groene en sociale ruimtes.
*Voor een mooie beschouwing van de openbare ruimte, zie zijn artikel "De oplossing voor bijna alles: duurder parkeren".