De grootste fan van Wittevrouwen
Ze woont er al 52 jaar, en wil er nooit meer weg. Christel Terwiel (74) aan de Bollenhofsestraat is waarschijnlijk Wittevrouwens grootste en zelfbenoemde ‘meest hartstochtelijke’ fan. “De mensensoort die hier woont is zo prettig! Lekker ondernemend, altijd zin om iets te doen, en betrokken.”
En nog wat: als ze vroeger van het Centraal Station naar huis liep, liep ze altijd met opgetrokken schouders. Op haar hoede dus. Maar zodra ze de wijk in kwam, ontspande ze zich: “Echt een gevoel van veiligheid, zo fijn.” Vandaar dat ze destijds buurtvereniging Wederzijds oprichtte, en dan voor alle gepensioneerden in Noordoost: “Want eigenlijk vind ik dat hele gebied mooi”. Daarmee wilde Christel een netwerk in de buurt maken, “want dat is ontzettend belangrijk om je prettig te voelen”, vindt ze. Inmiddels zijn er zo’n 220 leden.
Stukje fietsen
Binnen dat netwerk kun je iets vragen en iets bieden. Elkaar ontmoeten, hulp vragen, hulp bieden, dat soort zaken. “Je kunt ook aan iemand vragen: wil je een stukje met me fietsen? Of: ik ben ziek, zou iemand boodschappen kunnen doen? Of laatst was er een oudere bewoner die vroeg: ik heb iets laten vallen in de huiskamer, maar het lukt me niet om het op te rapen. Dan ben je er voor elkaar.” Onlangs moest Christel naar de stort, maar zonder auto of rijbewijs vroeg ze hulp binnen het netwerk. Was zo geregeld.
De zogenoemde onderafdeling waarin verschillende bewoners van Wittevrouwen zitten, gaan maandelijks uit eten, films kijken bij iemand thuis, naar de bioscoop, en halen dan ook degene op die in een rolstoel zit. “We zijn geen welzijnsorganisatie, maar mensen die elkaar kennen en vertrouwen. Deze moeten elkaar binnen 5 minuten fietsend of lopend kunnen bereiken.”
Bankje voor het huis
Wat ze ook ‘heerlijk’ vindt aan Wittevrouwen, zijn de bankjes die veel mensen voor hun huis hebben staan. “Bij mij zitten er soms een paar kinderen op, zo leuk. Of een ouder iemand, die even wil rusten. Knoop ik vaak een praatje aan. Ik zeg: het informele netwerk en contact is vaak belangrijker dan de formele instanties. Zoiets valt nauwelijks te organiseren door welzijnswerk.”