Verhaal

Terrasje voor de deur, bioscoop in de slaapkamer - Het verhaal van Eduard

Geplaatst op 25 oktober 2024, 10:12 uur
Illustration

Tegen de gevel van zijn huis in de Goedestraat staat een bankje, zoals bij veel huizen in Wittevrouwen. Maar wat je nooit ziet, is zich dat op diezelfde stoep tegenover dat bankje nóg een bankje bevindt. Met bloemetjes aan weerszijden. Heeft-ie zelf geplaatst. Want dan heeft hij genoeg plek voor zijn oude vrienden, die tijdens de zomer elke donderdagmiddag langskomen voor een biertje. Ja, de 91-jarige Eduard van der Zeeuw, geboren en getogen en al zijn hele leven wonend in Wittevrouwen, staat nog volop in het leven. “M’n broer Dick, die wat jonger is (85 jaar, red.) en hier om de hoek woont in ons ouderlijk huis, helpt altijd met de drankjes serveren”, lacht hij.

Dat de oud-elektriciën nog goed bij de tijd is, blijkt wel uit het feit dat hij nog op internet zit, afspeellijsten op Spotify heeft aangemaakt op zijn tablet, en ’s avonds op Netflix altijd een spannende film kijkt.

Het leven is goed voor Eduard, maar dat was niet altijd vanzelfsprekend. Als 7-jarige jongen, geboren en getogen in de Bollenhofsestraat, zag hij hoe de Tweede wereldoorlog begon. Het werden zware jaren, waarin zijn school aan de Oude Kerkstraat werd ingenomen door de Duitsers, als slaapplek. Daarom verhuisde het onderwijzend personeel naar een pand in de Palmstraat.

Aan het einde van wat toen nog de zesde klas heette, was de oorlog voorbij en kwam het Rode Kruis langs. Ze zagen een sterk vermagerde Eduard, en adviseerden zijn ouders hem op het Deense platteland een jaartje te laten aansterken. “Ik vond het niet erg om van huis weg te gaan”, blikt hij terug, “het was één groot avontuur.” Met andere Nederlandse jongens de bossen inlopen, eieren pikken, achter vogels aanzitten, boodschappen doen voor zijn gastgezin, al doende Deens leren: zo kwam hij daar de dagen door. Later, weer terug in Nederland, leerde hij zijn inmiddels overleden vrouw Gien kennen, een meisje uit ‘zijn’ Bollenhofsestraat. 

Dat Eduard vandaag de dag nog zelfstandig woont, komt mede doordat hij goed voor zichzelf zorgt. Zo heeft hij voor zichzelf een duidelijke structuur voor elke nieuwe dag. ’s Ochtends is hij altijd om zes uur uit de veren, en gaat hij zich lekker wassen in de badkamer. Dan volgt beneden het ontbijt: drie bruine boterhammen, één witte, een gekookt eitje, een kop thee en een glas sap. En dat niet pas nadat hij een afspeellijst op zijn tablet heeft aangezet, “die lekker de hele dag voor muziek zorgt.” Vervolgens is de krant aan de beurt: gedurende anderhalf uur spelt hij deze van voor naar achteren en maakt hij ook nog de kruiswoordpuzzel.

Daarna is het tijd voor het kaarten. Elke dag speelt Eduard zo’n vier uur kaart op internet met spelers uit de hele wereld, van Australiërs en Canadezen tot Spanjaarden en Thai. “Of ik daar niet moe van word?  Nee, totaal niet, ik vind het juist hartstikke leuk, en het is goede hersengymnastiek. Net zoals die kruiswoordpuzzel oplossen trouwens.”

Af en toe “krijg ik koppijn van al dat kaartspelen, en loop ik vijftig keer de gang achter de voordeur op en neer. Het is een lange gang, helemaal tot achterin het huis. Dat is niet alleen goed voor m’n conditie, maar ook voor de stoelgang.” Want echt buiten wandelen, dat lukt niet meer goed, vertelt hij.

Na al die vlijt is het om een uur of één tijd voor een warme maaltijd van Uitgekookt, die zijn dochter voor hem bestelt. “Even opwarmen in de magnetron, en dan lekker eten”, zegt hij. Met altijd een toetje toe. “Ik eet tussen de middag warm, want anders krijg ik ’s avonds in bed oprispingen.”

Na de lunch gaat de tv aan, afgestemd op onder meer Discovery (natuur, reparatie van oldtimers) en History (goudzoekers). “Dat laatste is zo indrukwekkend. Dan zie je dat een schip op de bodem van de zee dat in 1600 is vergaan, en dan gaan ze daarin goud en zilver zoeken.”

Onderwijl zit hij een paar keer per week een kwartiertje op de hometrainer. Na vieren neemt hij nog een kop koffie en een stuk kruidkoek, en daarna eet hij niet meer. Na het opruimen gaat Eduard naar boven om zich klaar te maken voor bed. “Dan ga ik om half negen mijn bioscoop in”, zegt hij lachend. “Ik zet de rug van mijn bed omhoog en kijk een Netflixfilm of een actiefilm op RTL 7. Om half 11, 11 uur gaat het licht uit. Slapen maar.”

Elke maandag doet Ed zijn eigen was. Overhemden worden gestreken door zijn dochter. Stofzuigen en de vaatwasser in- en uitruimen doet hij ook zelf. Eens in de week krijgt hij twee uur hulp. “En wat ook heel leuk is: elke week komt mijn dochter Judith met haar man langs, en nemen dan boodschappen voor de hele week mee. En op een andere dag komen mijn zoon Edwin met zijn vriendin. Ik heb ook twee kleindochters en een achterkleinzoon. We hebben het goed samen als familie.”