Een afvalvrije leefstijl: iets voor jou?

Heb jij wel eens geprobeerd een dag, week of maand geen afval te produceren? Via blogs en vlogs kun je allerlei mensen volgen die dit doen en zich een ‘zero waste lifestyle’ hebben eigen gemaakt. Veel mensen zijn hiermee bezig, maar wat betekent dit eigenlijk, waarom zou je dit willen en hoe pak je dat dan aan?  

Per minuut wordt er een vrachtauto vol plastic afval gestort. Door overconsumptie dreigt er schaarste en tekorten aan allerlei grondstoffen. We produceren te veel vuil en afval. Onze ecologische voetafdruk is volgens het Wereld Natuur Fonds enorm: drieënhalve aardbol hebben we nodig als iedereen op de wereld zou leven als Nederlanders. Geen cijfer om trots op te zijn. 

Samen maken we het verschil
Jij kunt het verschil maken als je dat wilt. Denk niet: “mijn actie is een druppel op een gloeiende plaat” maar denk: “alle beetjes helpen” en begin. Samen maken we het verschil en daarmee de wereld een beetje mooier en schoner. Je kunt voortaan spullen kopen met recyclebare of herbruikbare verpakking. We kunnen massaal plastic tandenborstels vervangen door een van bamboe. Daarmee geven we samen een duidelijk signaal en prikkelen producenten en winkel(keten)s. Klantvraag creëert immers aanbod?  

Maar wat is ‘zero waste’ eigenlijk? Gaat het om helemaal geen afval produceren of om minderen? Gaat het om uitbannen van plastic of van giftige uitstoot? Om recyclen of om nuttig hergebruik? Om verkleinen van ecologische voetafdruk, minder consumeren of bewuster (in) kopen? Het korte antwoord is: ja, dat allemaal. In het Engels is er een handig ezelsbruggetje om met ‘zero waste’ te beginnen namelijk de 5 R’s: 

Re-fuse, Re-duce, Re-use, Re-cycle en Rot. Ofwel: vraag je bij elke aankoop af: kan ik het weigeren, kan ik minderen, kan het hergebruikt, kan het gerecycled of gecomposteerd worden? 

1. Weigeren: begin met nee te zeggen tegen afval. Neem geen plastic tasjes aan in de winkels. Koop geen in plastic verpakt groente en fruit. Geen afval aannemen is de eerste en belangrijkste stap.
2. Verminderen: stop met hamsteren, het ‘3-halen-2-betalen’. Als je die ‘derde’ eigenlijk niet nodig hebt, hoeft die straks ook niet te worden weggegooid. Dit geldt voor alles, wat zo wordt aangeboden. Verleg je focus naar kwaliteit i.p.v. kwantiteit.
3. Hergebruik: hoe langer je een product gebruikt des te beter. Laat het repareren en ga niet iets nieuws kopen. Hergebruik jampotjes voor aankopen zonder verpakking, kliekjes of zelfgemaakte make-up. Een oud shirt kan prima dienstdoen als pyjama en de oude krant kun je gebruiken voor pakpapier. En denk eens aan kledingruil.
4. Recycle: als je een product echt niet meer kunt gebruiken verwerk het dan op een goede manier. Kleding in kledingcontainer, glas en papier in aparte bakken. Hopelijk komt de plasticbak weer terug in de stad! Alles wat niet wordt gerecycled, wordt als restafval gestort of verbrand. Zonde van de grondstoffen en schadelijk voor milieu.
5. Composteer: als je de vorige 4 stappen hebt gedaan houd je alleen nog organische afval over als schillen, etensresten, planten en tuinafval. Als je dit niet gecomposteerd, belandt dit bij restafval. Zelf kun je ook op kleine schaal in een bak composteren. Je tuin en de kamerplanten zijn er blij mee! 

Met welke concrete actie begin jij?

Bron en leestip: 'Het zero waste project' van Jesse en Nicky Kroon.

Bron: Dit artikel is geplaatst in Wijkkrant Tuindorp-Oost nummer 3, jaargang 28 (september 2022)