De laadlantaarnpaal: een goed idee
Zoals iedereen weet neemt het aantal elektrische auto’s sterk toe de laatste tijd. Wie in de wijk zijn of haar auto oplaadt zal het ondertussen wel gemerkt hebben: op bepaalde plekken en tijden zijn de laadplekken bezet en grijp je ergerlijk naast de laadpaal. In 2030 zullen er zo’n 2 miljoen elektrische auto’s rondrijden in Nederland en de overheid verwacht daarvoor 1,7 miljoen laadpunten nodig te hebben.
Utrecht ambieert een schone en stille stad te worden en voldoende laadpunten zijn dan van essentieel belang om dit te realiseren. Momenteel telt onze stad 1500 laadpalen en elke maand worden er 30 bijgeplaatst. Alleen is de ruimte in de stad schaars en daarom lijkt een laadlantaarnpaal - een lantaarnpaal gecombineerd met een oplader voor een e-auto - een geniaal idee.
Deze laadlantaarn heeft veel potentie. Een klein rekensommetje maakt dit duidelijk. In een stad als Utrecht staan zo’n 65.000 lantaarnpalen. Ze worden van stroom voorzien door 600 elektriciteitskasten. Op elke kast kunnen 3 laadlantaarns aangesloten worden. Dat betekent al gauw 1800 extra laadplekken. De laadkastjes worden direct aan de bestaande lantaarnpaal gemonteerd. Dit scheelt veel ruimte en tijd. Ruimte omdat er geen aparte laadpalen geplaatst hoeven worden en tijd, omdat de installatie van een laadkast op een lantaarnpaal veel sneller gaat dan een installatie van een laadpaal. De laadkast op de lantaarnpaal wordt aangesloten op een reserve-ader in de elektriciteitskabel van de lantaarnpaal. Er hoeft dus niet gegraven te worden voor extra bekabeling.
Sinds mei van dit jaar loopt er een pilot in Utrecht. Hiervoor zijn er 2 laadlantaarns geplaatst in Ondiep en in Kanaleneiland. Het idee om auto’s op te laden via lantaarnpalen is niet nieuw, maar het is wel nieuw dat dit gebeurt via al bestaande lantaarnpalen. Hoewel het idee eenvoudig is, blijkt het in de praktijk niet zo simpel te zijn. De proef kan bijvoorbeeld mislukken, omdat de kabels die in de lantaarns zitten soms al 50 jaar oud zijn: zijn ze goed genoeg om de hoeveelheid stroom die nodig is voor het laden aan te kunnen? Het laden van auto’s vraagt immers veel méér stroom dan de straatverlichting.Hoelang de proef in Utrecht duurt is nog niet bekend.
De mitsen en maren
Hoewel het een fantastisch idee is om bestaande lantaarnpalen te combineren met laadkasten voor de elektrische auto’s is het de vraag hoe veilig dit is. Maken we een vergelijking met de nieuwe en speciaal hiervoor ontworpen lichtmasten, dan zien we met name verschillen binnenin de paal. Hoewel de buitenkant, het armatuur zeg maar, er ongeveer het zelfde uitziet, zit in de paal veel meer techniek. Zo heeft de nieuwe paal een dubbelwandige isolatie, een eigen netaansluiting voor de verlichting en voor de laadpunten. Hiermee voldoet het aan de eisen van ElaadNL (kennis- en innovatiecentrum ElaadNL is een initiatief van de gezamenlijke Nederlandse Netbeheerders en onderzoekt en test het slim en duurzaam opladen van elektrische voertuigen). Door deze materiaalkeuze kan de paal nooit onder spanning komen te staan, wat de veiligheid voor gebruikers van de laadfunctie vergroot. Hoe zit dit met de twee omgebouwde lantaarnpalen tot laadlantaarns in Utrecht?
Naast veiligheid is het de vraag hoe het zit met de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen zoals de gemeente, installatiebedrijven en investeerders en projectontwikkelaars. Dit gaat om vragen als: wie wordt eigenaar van de laadlantaarns? Wie gaat de laadlantaarns plaatsen, betalen en onderhouden? Ervaringen in andere gemeenten die Utrecht hierin al voorgingen, leert, dat er ruwweg twee opties zijn om dit dit varkentje te
wassen.
- Optie 1. Gemeente Utrecht wordt eigenaar van de laadlantaarns en een andere (installatie-) partij wordt verantwoordelijk voor de laadpunten; dus voor de techniek, de exploitatie en het onderhoud ervan. Voor dit laatste willen gemeentes liever niet verantwoordelijk zijn, omdat ze het ondernemersrisico voor de exploitatie vaak niet willen/kunnen dragen.
- Optie 2. Gemeente Utrecht gaat deel uitmaken van een consortium bestaande uit investeerders/projectontwikkelaars en installatiepartijen, die de inhoud en techniek van de laadlantaarns met zich meebrengen. In dit consortium wordt geregeld dat de gemeente een marktconforme vergoeding ontvangt. Hiermee wordt een verantwoorde en kosten-neutrale oplossing gevonden voor de investering en is daarmee goed uit te
leggen en te verantwoorden naar de burger.
Kortom: het is spannend wat de resultaten van de proef met de laadlantaarns in Utrecht zijn. Zullen er in de nabije toekomst 1800 laadlantaarns in de stad Utrecht te bewonderen en te gebruiken zijn?
Bron: Dit artikel is geplaatst in Wijkkrant Tuindorp-Oost nummer 3, jaargang 29 (september 2023)
Sandor Penninga is duurzaamheidsredacteur voor de Wijkkrant Tuindorp-Oost. Dit artikel is overgenomen van zijn meest recente column uit de wijkkrant. Meer lezen van Sandor? Lees zijn verhaal op onze website of kijk op de website van Tuindorp-Oost voor meer van zijn columns.